Algemene Beschouwing Kadernota 2020

26 juni 2019

Gesproken tekst geldt

Mevrouw de voorzitter,

In een wat beknopte beschouwing kunnen we vandaag reageren op de Kadernota 2020 en dat lijkt op het eerste oog ook wel passend. Er staan immers geen nieuwe voorstellen in, dus waarom heel lang praten. Bij de Begroting 2019 is middels verschillende voorstellen het college uitvoeringsprogramma verwerkt en op dit moment zijn er wellicht wel wensen, maar geen financiële mogelijkheden. Het college heeft gekozen voor een terughoudende opstelling en daar valt wel wat voor te zeggen.

Tegelijkertijd wordt de hete aardappel wel een beetje doorgeschoven, voorzitter. Want het centrale uitgangspunt, namelijk dat alles in Lingewaard wel zo ongeveer zijn gangetje gaat en dat we derhalve ook eigenlijk weinig forse investeringen hoeven te doen, is wel betwistbaar. Er komen een aantal hele grote uitdagingen op ons af. En op basis van de hier vandaag te bespreken stukken moeten we toch eigenlijk vaststellen dat we daar onvoldoende klaar voor zijn.

Ik wil vanavond vier van die uitdagingen met u bespreken.

  • De invoering van de omgevingswet. Het begint wat voorspelbaar te worden daarop terug te komen, voorzitter, maar ik begin me hoe langer hoe meer zorgen te maken. Want we maakten bij de Begroting 2019 opnieuw fors meer geld vrij voor de komende jaren, maar we houden dat vrijgemaakte geld tot nu toe ook steeds weer over. Dat lijkt me de bedoeling niet, helemaal niet als je ziet hoe we ervoor staan. De vraag of we nu technisch op streek zijn lijkt te moeilijk om te beantwoorden, maar de praktijk leert ondertussen toch dat we in onze planologische processen verre van omgevingswetbestendig zijn. Denk aan de discussie van deze weken over het perceel aan de Flierenhofstraat (houding ja, mits, iemand?), maar denk ook aan het gedoe en gedraai rond het Veegplan bedrijventerreinen. Voorzitter, bij de behandeling van de Begroting 2019 vroeg ik de toezegging dat een startnota het eerste kwartaal van 2019 aan ons als Raad zou zijn aangeboden. Die toezegging werd – min of meer – gedaan, maar we zijn inmiddels maanden verder en nog lang niet zo ver. Voorzitter, deelt het college de zorgen of blijven we vluchten in vaagheden en hopen dat het wel goed komt?
  • De demografische revolutie in onze gemeente. Voorzitter, ook op dit punt weten we dat de veranderingen in onze bevolkingssamenstelling enorme gevolgen zullen hebben voor onze gemeente. En ja, het is dan goed dat we daar steeds over nadenken. Maar de gedachte dat een oplossing gevonden kan worden in enige gebiedspromotie toverde een verbaasde glimlach op mijn gezicht. Het deed me even veronderstellen dat de medewerkers van de Speld de betreffende beleidsnota hadden geschreven. Een vraag, voorzitter: als al die mensen massaal overtuigd zijn door onze gebiedspromotie en hier willen gaan wonen: waar vinden ze dan een huis? De wachttijd voor een huurwoning is nog altijd niet te overzien, een koopwoning onder de drie ton is in onze gemeente niet te krijgen en de doorstroming (het speerpunt van ons woonbeleid 2015-2020) wil maar niet echt op gang komen. Welke echte oplossingen zijn er dan voor handen? Hoe snel verwachten we resultaat van het versnellen van projecten, waar we toch jaarlijks bijna tachtigduizend euro voor hebben vrijgemaakt? En wat doet de gemeente zelf precies? Is er al een actualisatie van ons mijns inziens te passieve grondbeleid te verwachten bijvoorbeeld?
  • Dan de uitdagingen rondom klimaat en energie. Er worden inmiddels indrukwekkende stapels papier geproduceerd, maar tot dit moment zal dat vooral co2 kosten, voorzitter. De vraag hoe het gaat met onze doelen is helaas niet te beantwoorden dit jaar, want gegevens over onder andere energieverbruik ontbreken. Mogen we, als we in de nabije toekomst aan de slag gaan met nieuw beleid op dit gebied, wel verwachten dat we weten wat het oude heeft opgeleverd? De kernvraag ondertussen, hoe we alles gaan realiseren en hoe we ervoor zorgen dat die mythische energietransitie ook voor iedereen betaalbaar zal zijn, vinden we in de kadernota helaas alleen terug in de niet financieel vertaalde voorstellen. Teleurstellend toch, dat we dat amendement van PvdA, GL en D66 van vorig jaar niet aangenomen hebben om het fonds te vullen toen we geld hadden. Besturen, dat was toch vooruit zien?
  • Dan ten slotte, het sociaal domein. Dat is het zorgenkindje van tal van gemeenten, vooral ook omdat de Rijksoverheid ondanks een overschot waarvan zelfs het IMF inmiddels van mening is dat het te groot is hardnekkig in een soort bezuinigingsmodes blijft steken. Er worden bij Gods gratie een paar grijpstuivers aan de gemeenten gestuurd, maar die zijn onvoldoende en zullen (deze gemeente is geen uitzondering) verdwijnen in de zwarte gaten van de tekorten op de verschillende gemeentelijke begrotingen. In deze gemeente valt het overigens, in vergelijkend perspectief, nog wel mee. Maar de wat zelfgenoegzame formulering uit de Kadernota 2018, dat we de resultaten van de transformatie nu zouden moeten vasthouden, die kunnen we gelukkig inmiddels afdoen als een vergissing. We zijn er immers nog lang niet, voorzitter. Niet waar het gaat om meten en weten, niet waar het gaat om inhoud en samenwerking, niet waar het gaat om betaalbaarheid. We gaan ervan uit dat tekorten niet verder oplopen en nemen een verder niet uitgewerkte structurele bezuiniging van 1 miljoen euro op het sociaal domein op. Voor de zekerheid vullen we ondertussen het fonds sociaal domein met 3 miljoen euro, voor als die veronderstelling niet juist blijkt of de bezuinigingen niet haalbaar. Ik durf de voorspelling wel aan, voorzitter, we dat fonds nog hard nodig zullen hebben als we op dezelfde voet verder gaan.

Daarom doet de PvdA een voorstel om bij de begroting 2020 een fonds in te stellen van 1 miljoen euro om die transformatie nu eens eindelijk handen en voeten te gaan geven. Concreet aan de slag met de gemeente van morgen en overmorgen. Zodat al onze inwoners zeker kunnen zijn van zorg en ondersteuning wanneer ze die nodig hebben en we dat op de langere termijn ook betaalbaar houden.

Voorzitter, de profeet Jesaja heeft ooit de gedachte geformuleerd dat hij die gelooft niet hoeft te haasten. (voor de kenners: Jesaja 28:16) Het lijkt een passend motto voor deze kadernota. Het college lijkt een rotsvast vertrouwen te hebben in de toekomst, maar dat vertrouwen berust naar mijn overtuiging niet op voldoende fundament. Laten we dus niet vergeten wat aan die profetische gedachte vooraf ging: het leggen van ‘een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen’. Het is aan ons, voorzitter, de komende tijd juist dat te doen. Zodat de gemeente een fundament kan zijn onder de lokale gemeenschap en we ook overtuigd optimistisch kunnen beginnen aan het aanpakken van de uitdagingen van vandaag en morgen.

Dank u wel.