Reactie op de Begroting 2020
NB: gesproken woord geldt, deze tekst is louter bedoeld als achtergrond ten behoeve van publicatie.
Mevrouw de voorzitter,
Zoals op de Politieke Avond al aangegeven zijn de financiële vooruitzichten voor gemeenten dit jaar niet direct rooskleurig. En ja, de septembercirculaire laat wel wat meer ruimte zien, maar het is afwachten of beloftes daarin voor komende jaren ook echt waargemaakt worden. En ja, we hebben als gemeente een prima weerstandsratio, maar wat als we in 2020 opnieuw te maken krijgen met forse tekorten? Dan kan het zo maar zijn dat we daar volgend jaar wat andere getallen zien staan. Mede daarom, voorzitter, moeten we zorgvuldig omgaan met de reserves die we hebben. Daarom verwachten we van het college bij de Kadernota 2021 een aantal scenario’s voor de inzet van de reserve die we opgebouwd hebben met inkomsten uit Precario. Hiervoor dienen we een motie in.
Daarbij komt dat onze inwoners een relatief fors bedrag bijdragen. De lokale lastendruk is – niet tegenstaande de campagneretoriek van een aantal, toevalligerwijze nu in de coalitie vertegenwoordigde, partijen – hoog in Lingewaard. Dat is op zichzelf niet zo erg, zolang de sterkste schouders de zwaarste lasten blijven dragen, we een fatsoenlijke kwijtscheldingsregeling overeind houden en inwoners er ook echt wat voor terug zien. En juist bij dat laatste hebben we wel vraagtekens.
—
In mijn beschouwing over de Kadernota heb ik vier thema’s de revue laten passeren: de omgevingswet, de demografische revolutie in onze gemeente (en de daarmee samenhangende aandacht voor volkshuisvesting), klimaat, energie en verduurzaming en het sociaal domein. Ik wil deze thema’s vanavond nog eens nalopen om vanuit dat perspectief naar deze begroting te kijken.
Het onderwerp omgevingswet krijgt in de begroting niet heel veel aandacht. We zien stellig opgemerkt worden dat we bij de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2021 ‘Omgevingswet-proof’ zijn, maar wat wil dat eigenlijk zeggen? Voorlopig is het werken aan een omgevingsvisie in volle gang, waarbij de PvdA gepleit heeft voor wat we een waardengedreven omgevingsvisie noemen: een visie waarin we vanuit een aantal centrale, funderende waarden naar de inrichting van onze gemeente kijken. We zijn benieuwd naar de uitwerking het komende jaar.
Voor de demografische revolutie in onze gemeente geldt helaas hetzelfde als voor de omgevingswet: er wordt relatief weinig over gezegd. In programma acht zien we de demografische druk snel oplopen tot 83 procent in 2023. Daar moeten we verder over nadenken: hoe gaan we bij een veranderende bevolkingssamenstelling een leefbare en gezonde gemeente overeind houden? Dat gaat niet vanzelf, maar vraagt veel aandacht voor bijvoorbeeld het toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad. Volkshuisvesting is meer dan bouwen alleen, voorzitter. Tegelijkertijd is bouwen wel nodig: verschillende doelgroepen vinden in onze gemeente gewoonweg geen woning meer. We zijn daarom heel benieuwd naar de startnota wonen, zodat we met elkaar in detail het gesprek kunnen voeren over de vraag hoe we deze immense uitdaging aangaan.
Het thema klimaat, energie en verduurzaming raakt hier aan. Als we naar de nieuwe paragraaf duurzaamheid kijken vallen ons drie dingen op. De Raad is over veel tegelijk in gesprek, maar de samenhang die we zoeken komt hier niet echt tot uitdrukking. Waar willen we nu met elkaar naar toe en (vooral) hoe doen we dat? Inwoners mogen van ons scherper antwoord op die vraag verwachten. Tegelijkertijd hebben we relatief weinig cijfers: we weten op veel punten niet hoe het gaat. En dat zou wel moeten: pas als we bijvoorbeeld weten hoe het gaat met opwek- en besparing van energie weten we of we op de goede weg zijn. Vraag aan het college: wanneer kunnen we echt actuele cijfers verwachten?
Dan in de derde plaats: de inzet van middelen via het Transitiefonds duurzaamheid. Dat hebben we vorig jaar bij de Begroting 2019 ingesteld, maar als ik de tabel reserves en voorzieningen goed lees hebben we het geld nog niet daadwerkelijk in het fonds gestopt, laat staan dat we er wat mee gedaan hebben. En dan gaan we nu een aantal fondsen bundelen en er een Transitiefonds Energie van maken. Maar wat gaan we daar dan mee doen, voorzitter? Komend jaar moet er 300.000 euro uit dat fonds komen voor de routes ‘energiebesparing’ en ‘duurzame energie opwekken’. Maar wat kopen we daarvoor? En was het nu echt de bedoeling van deze middelen om daaruit externe inhuur te betalen? Dat leek ons toch bij het instellen van het Transitiefonds niet de bedoeling, of zaten we op dat punt mis? Hoe het ook zij: duidelijkheid is nodig, en daarom dienen we op dit punt een motie in.
Dan ten slotte het sociaal domein. Dat was, is en blijft omgeven van zorgen voorzitter, zowel inhoudelijk als financieel. Zonder inhoudelijke en beleidsmatige verbeteringen (en de daarbij horende investeringen) geen betaalbaarheid op lange termijn. En, toegegeven, ook de Rijksoverheid heeft hier een verantwoordelijkheid. Helaas ziet het huidige kabinet dat anders.
Als er bij ons in de gemeente ondertussen iets belangrijk is, dan is het wel dat we op dit punt schouder aan schouder staan om zorg en ondersteuning voor onze inwoners beter te maken. Dat lijkt nu ook te lukken: zowel afgelopen mei in het debat over de Taskforce als in juni over de Kadernota zijn unaniem moties van de PvdA aangenomen die richting geven aan het gesprek over de toekomst. Maar, voorzitter, waarom wordt dat dan vervolgens niet verwerkt in de begroting? Op dat punt een amendement. En ook waar het gaat om de verwerking van financiële afspraken vanuit de Kadernota in de begroting ging iets niet goed, voorzitter. De voorgestelde besparing van 1 miljoen euro werd geheel en al toegerekend aan de post Jeugd ZIN. Dat was niet de bedoeling, gaf het college ook al aan, en verdient het om twee redenen gecorrigeerd te worden. In de eerste plaats is een reëel budget voor jeugdzorg gewoon nodig en moeten alle kinderen in Lingewaard zeker kunnen zijn van zorg en ondersteuning als die nodig is. In de tweede plaats is een aparte post voor de voorgenomen ombuigingen nodig, vooral ook om te kunnen blijven volgen hoe het gaat. Daarom ook wat dit betreft een amendement.
Gelukkig was voor deze amendementen bij de Politieke Avond direct veel steun, waarvoor dank.
Voorzitter, ten slotte kom ik graag nog even terug op de vraag die ik in het begin van mijn betoog heb opgeworpen: krijgen onze inwoners eigenlijk de gemeente waar zij recht op hebben? Hoe zou het antwoord op die vraag luiden als we hem stellen aan de turners van SGS Lingewaard en hun ouders, om maar een voorbeeld te noemen?
Juist in een tijd dat we als gemeente elke euro moeten omdraaien en we een dure plicht hebben richting onze inwoners om de goede keuzes te maken, is er volgens de Partij van de Arbeid nog wel wat af te dingen op de in de begroting gekozen richting. We missen soms nog de urgentie en ambitie waar het gaat om de omgevingswet en de demografische verschuivingen in onze gemeente. We zijn blij met de inzet op duurzaamheid, maar missen samenhang. We zijn met de wethouder sociaal domein echt bezig aan een nieuwe koers, maar verwachten wel een blijvende samenwerking over grenzen van college en Raad, oppositie en coalitie heen. Ten bate van al onze inwoners. En soms moeten we eens stevige keuzes durven maken als Raad: dus aan de rem trekken waar het gaat om een enorme investering in het verflauwen van twee haakse bochten. Op dit laatste punt het inmiddels al veelbesproken amendement met GroenLinks.
Ter afronding, voorzitter. Ons valt op dat we in de informatiepositie van de Raad wel wat slagen te maken hebben. Denk aan Next Garden, denk aan sportpark Polseweg, denk ook aan het ‘project Karstraat’. De Raad, geachte leden van het college, is niet de vijand. Samen zijn wij het gemeentebestuur, samen staan we voor onze inwoners. Ieder vanuit onze eigen rol en positie. Handel daar ook naar. Onze Raad is een bron van kennis en inzicht, met leden die vanuit een positieve grondhouding kijken naar ons college. Dat is een inzicht dat dezer dagen her en der wel wat scherper op het netvlies mag, voorzitter.