Doorslaggevend detail
Soms ben je ergens tegen, en dan stem je tegen. Maar het komt ook af en toe voor dat je ergens eigenlijk voor bent, maar toch tegen stemt. Omdat er een onderdeel is van een besluit dat zo zwaar weegt, dat al het andere van ondergeschikt belang is. Een doorslaggevend detail. Juist dat was afgelopen donderdag in de Raad aan de hand.
Het ging over het afvalbeleid voor de komende jaren. En, ere wie ere toekomt, er lag een uitstekend beleidsplan. Met heldere doelen (minder restafval, beter scheiden, meer hergebruik) en duidelijke afspraken over hoe daar te komen. Daar kon het college mee aan de slag. En zo hoort dat ook. De Raad stelt – zoals we dat noemen – de kaders. En daarbinnen voert het college uit. Besluit uit het boekje, zou je zeggen.
Op een punt na echter. In het stuk stonden namelijk ook enkele afspraken over hoe een en ander betaald zou moeten worden. Ook die waren simpel: het afvalbeleid moest voor de gemeente ‘kostenneutraal’ ingevoerd worden en de afvalstoffenheffing zou ‘100 procent dekkend’ moeten blijven. In gewone mensentaal betekent dat, dat alle extra kosten die het nieuwe beleid met zich mee zou brengen worden doorberekend aan inwoners via de afvalstoffenheffing. Dat is overigens niets nieuws, dat is al jaren zo.
Probleem was ondertussen dat in het beleidsplan ook een aantal keren stond dat inwoners die hun afval (nog) beter zouden gaan scheiden konden besparen op de kosten. En dat, zo weten we, is gewoon niet waar. De Rijksoverheid heeft een forse belasting ingevoerd op het verbranden van restafval en ook het ophalen en verwerken van grondstoffen als PMD (de plastic zakken) en GFT (de groene bak) wordt duurder. Dat komt dus gewoon op het bordje van de inwoner, of we dat nu leuk vinden of niet. Wie dan zijn afval (nog) beter scheidt heeft daar minder last van, maar het wordt niet goedkoper.
Door D66 werd dat al op de Politieke Avond aan de orde gesteld en mede ondertekend door PvdA en GroenLinks legde deze partij de Raad een amendement voor. Daarmee zou in het besluit duidelijk worden opgenomen dat de afvalstoffenheffing zou gaan stijgen – dat was immers logisch gezien de afspraken in het beleidsdocument – maar dat dit alleen een gevolg kon zijn van oplopende kosten waar de gemeente niets aan kan doen of veel van betere dienstverlening aan inwoners.
Hiermee was de Raad direct eerlijk over de kosten en was de stijging ervan bovendien gebonden aan voorwaarden. Dat vond ook wethouder Theo Janssen, zo leek, want op de Politieke Avond gaf hij aan het wel eens te zijn met die analyse. Maar dat was buiten de rest van het college gerekend. In de Raad was de wethouder van mening veranderd, het amendement dat moesten we maar niet aannemen. Beter was het nog even te wachten om te zien hoe veel hoger de kosten precies zouden worden. De inwoner alvast eerlijk en open vertellen hoe het zit, dat moesten we nog maar even uitstellen.
Als PvdA vonden we dat dusdanig ongeloofwaardig, dat we vervolgens tegen het afvalbeleid hebben moeten stemmen. Want als je inwoners niet direct vanaf het begin open en eerlijk durft te vertellen hoe het zit, wat is dan nog de waarde van afvalbeleid waarin nota bene goede communicatie een van de uitgangspunten is.