Algemene Beschouwing Begroting 2018
Mevrouw de voorzitter,
We maken vandaag een begin met een majeure politieke vernieuwing in Lingewaard. Althans, dat is de bedoeling. Voor het eerst kunnen fracties gebruik maken van visuele ondersteuning bij hun betoog over de begroting. Een plaatje bij het praatje. Een manier, zo was geloof ik de bedoeling, om het debat te verlevendigen. En daar valt natuurlijk best wat voor te zeggen, het verlevendigen van dat debat. Hoewel het altijd maar de vraag is of een debat dat levendiger is ook als vanzelfsprekend beter wordt natuurlijk. En er valt ook best wat voor te zeggen een presentatie te laten zien, dat geeft soms structuur aan een betoog of kan een en ander verduidelijken. Maar of het daar ook levendiger van wordt? Daar twijfel ik nog wel eens aan. Daarom heb ik een andere insteek gekozen en besloten mijn beschouwing vandaag eens – bij wijze van experiment – uit het hoofd te doen. Want de wedstrijden voorleesvaardigheid die we hier normaliter zien zijn in der daad wel eens wat vlak. We gaan zien of het effect heeft, voorzitter.
Hiermee wil ik overigens het zoeken naar een sterker politiek debat niet bagatelliseren, in het geheel niet. Het debat is – daar ben ik van overtuigd – juist de essentie van democratische besluitvorming. De gedachte dat uit gestructureerd onderling overleg betere ideeën en weloverwogen besluiten voortkomen is al heel oud. Het is een vorm van besluitvorming die anderen tot voorbeeld zou zijn, wist de Atheense leider Pericles al. Maar dat moet dat debat wel in alle openheid en vrijheid gevoerd worden. Argumenten ontlenen hun waarde aan de kracht van de argumenten zelf, niet aan de achtergrond van de spreker. Het is een gedachte die we onszelf, begaan als we zijn bij de kracht van democratisch debat, nog wel eens voor mogen houden.
Over naar de begroting. Daarover is al het nodige gezegd op de Politieke Avond, en ik wil die discussie hier niet overdoen. Laat me slechts een paar hoofdpunten nalopen, maar niet zonder eerst te onderkennen hoe bijzonder het is dat we hier een begroting hebben liggen. Het is een groot compliment waard dat we hier kunnen spreken over een volwaardige begroting. Dat is natuurlijk nooit vanzelfsprekend, maar nu al helemaal niet. Alle dank en waardering gaat dan ook uit naar allen die daaraan een bijdrage leverden.
Dan de beloofde hoofdpunten. Allereerst kunnen we vaststellen dat we een hoogst solide financiële huishouding kennen als gemeente. Je kan daarbij aandacht vragen voor de terugloop over wat langer termijn van de omvang van de algemene reserve en kritisch zijn over de wat krappe structurele exploitatieruimte, maar al met al moet gewoon vastgesteld worden dat we een hele degelijke begroting kunnen vaststellen vandaag. Dat is mooi, want is een goede basis voor gemeentelijk beleid en maakt dat we niet direct in paniek hoeven raken bij financiële tegenvallers. Maar het brengt ook de verantwoordelijkheid met zich mee zorg te dragen voor goed werk ten dienste van inwoners. Zij zijn het immers die er middels de lokale lasten het nodige aan bijdragen dat we zo’n mooie, sluitende begroting hebben.
Natuurlijk is er vervolgens op punten kritiek mogelijk. Er wordt in de nieuwe voorstellen veel geïnvesteerd in de versterking van de ambtelijke organisatie waarbij wat de PvdA betreft wel wat sterker gemotiveerd had mogen worden of deze mensen nu aangesteld worden om lopende zaken gaande te houden of om nieuwe plannen te bedenken. Ook zijn aanvragen voor middelen soms wat weinig specifiek. Zo wordt er een aanzienlijke investering gevraagd voor om de gemeente klaar te maken voor de omgevingswet, maar is mij in het geheel niet duidelijk hoe we dat gaan doen. Hoe gaat onze omgevingsvisie er bijvoorbeeld uitzien, wordt dat een volwaardig opvolger van onze in 2022 aflopende structuurvisie? En als dat zo is, wat gebeurt er dan met de sociale structuurvisie en het brugdocument? Ik kom daar in mijn betoog nog op terug.
Ook wij zouden natuurlijk wat accenten anders zetten. Zo maak ik me wel enige zorgen over het te pas en te onpas opduikende begrip ondermijning en ik ben blij dat het college heeft toegezegd dat we daar eens goed over gaan nadenken het komende jaar. En wat ons betreft mag het startkapitaal voor de verduurzaming van onze gemeente wel wat steviger. Daarom het op de politieke avond al aangekondigde amendement, dat ik hier mede namens GroenLinks en D66 mag indienen. En voor het sociaal domein blijven we zoeken naar praktische oplossingen en concrete verbeteringen voor mensen. Zo introduceerden we al het maatwerkfonds en doen we nu een voorstel met betrekking tot de eigen bijdrage. Daarnaast zullen we op een ander moment opnieuw aandacht vragen voor het belang van goed werk voor iedereen, ook voor mensen aangewezen op een beschutte werkomgeving.
Maar hiermee zijn we er natuurlijk niet. Want politiek is meer dan boekhouden en een debat over de begroting, wil het echt de diepgang en kwaliteit kennen waar we toch naar op zoek zijn, zou over meer moeten gaan dan euro’s alleen. De vraag wat voor gemeente we eigenlijk willen zijn, juist die vraag zou toch elk jaar minstens een keer prominent op de agenda moeten staan. En wat is daar een beter moment voor dan de begroting?
Dat moment moeten we wat mij betreft jaarlijks aangrijpen om eens met wat meer diepgang naar de stand van de gemeente te kijken. De PvdA heeft hiervoor in haar verkiezingsprogramma nadrukkelijk een uitgangspunt gekozen. Wij kijken naar de overheid als een instrument van het goede, niet als een potentiele sta-in-de-weg, wij staan voor gezamenlijkheid en willen geen samenleving van ieder voor zich. Wij staan voor een gemeente die het fundament wil zijn onder de lokale samenleving. Een gemeente die zelf actief en samen met inwoners op zoek gaat naar antwoorden op de grote vragen van vandaag en morgen.
Maar wat zijn dan die grote vragen van vandaag en morgen, voorzitter? En vinden we ze in voldoende mate terug in onze begroting? Ik wil vandaag drie thema’s noemen en vervolgens aangeven waarom ik vind dat die meer aandacht verdienen.
In de eerste plaats de toegankelijkheid van onze voorzieningen. In een omvangrijk en kritisch rapport heeft de Nationale Ombudsman laten zien dat het voor mensen steeds moeilijker wordt toegang te krijgen tot goede zorg en ondersteuning. Deze wordt bovendien steeds vaker voorwaardelijk onder het motto ‘u krijgt hulp, mits u voldoet aan’. Dat is voor de PvdA niet de weg die we moeten gaan. Waar we juist naar op zoek moeten, voorzitter, is het laagdrempelig en lokaal aanbieden van voorzieningen. Zodat mensen gemakkelijk en snel toegang hebben tot wat ze nodig hebben. Via aanspreekpunten in de kernen, waar inwoners de gemeente letterlijk kunnen aanspreken. Laten we nu eindelijk eens de beloften die in ons sociaal beleidsplan zitten, rond preventie, rond samenwerking en gebiedsgericht werken, echt handen en voeten geven. Want het is en blijft moeilijk zichtbaar te maken wat die kernbegrippen nu eigenlijk betekenen.
Daarbij zitten in ons sociaal beleid een aantal curieuze paradoxen. We stellen zelfredzaamheid in ons beleidsplan centraal, maar willen toe naar een nieuwe route waarin juist dat begrip uiterst kritisch bejegend wordt. We stellen vast dat er sprake is van oplopende kosten, maar hebben onvoldoende zicht op de oorzaken daarvan. En we maken ons druk op grip en controle, maar hebben te weinig zicht op de effecten op mensen. Kijken we vervolgens naar de planning in het collegeprogramma, dan zien we dat het opstellen van een nieuw sociaal beleidsplan nog even op zich laat wachten. Dat is begrijpelijk, maar onwenselijk. Daarom kondig ik hier aan dat de PvdA begin volgend jaar een inspiratiedocument aan deze Raad zal voorleggen met onze uitgangspunten voor het sociaal domein. Als startschot voor een hernieuwde discussie.
Tweede punt: de omgevingswet. Het is een platgetreden pad te zeggen dat deze grote uitdagingen met zich meebrengt. Maar dan gaat het in deze gemeente – zie ook de begroting – nog veel te veel om de techniek. Van bestemmingsplan naar omgevingsplan. Digitalisering. Maar daar gaat het natuurlijk in essentie niet om. Bedoeling is dat we met nieuwe ogen kijken naar de inrichting van de publieke ruimte. Naar dat wat er nodig is om die ruimte leefbaar en toegankelijk te houden tegen de achtergrond van een fundamentele verschuiving in de bevolkingssamenstelling. Want de gedachte dat we de vergrijzing in Lingewaard stoppen door duizend woningen te bouwen is een illusie. Daarom vraag ik het college vandaag toe te zeggen dat het beloofde procesvoorstel omgevingswet uiterlijk in het eerste kwartaal 2019 bij de Raad ligt. Zodat we samen in gesprek kunnen over het doel en de weg ernaar toe.
Derde plaats het bestuur. In onze gemeente is de inwoner een soort heilige graal geworden. Als we maar samen met inwoners plannen maken, of de inwoner het stuur in handen geven, dan is het eigenlijk al goed. Die nadruk op gedragen bestuur heeft iets moois, maar er schuilen ook drie fundamentele gevaren in. In de eerste plaats is het een mooie manier om verantwoordelijkheid te ontlopen. Kijk naar het klucht rondom de beleidsplannen mantelzorg, vrijwilligers en ouderen. In de tweede plaats blijkt uit onderzoek keer na keer hoe ingewikkeld het is om iedereen betrokken te krijgen en te houden. Daarbij zijn het juist vaak mensen met niet de tijd, vaardigheden en energie die het onderspit delven. De Raad moet het mijns inziens tot zijn verantwoordelijkheid rekenen om het algemeen belang te blijven bewaken en juist ook mensen die niet gehoord worden een stem te geven. In de derde plaats waarschuwen politiek denkers met recht en reden voor een ‘overspannen’ democratie. Er is ook zoiets als te veel van inwoners vragen. Laten we daarom blijvend zorg dragen voor goed bestuur ten dienste van het algemeen belang en de rol van deze Raad, als vertegenwoordiger van alle Lingewaarders, niet uitvlakken.
Voorzitter, ik heb in mijn bijdrage willen kijken naar een aantal grotere thema’s die we de komende jaren nadrukkelijk op de politieke agenda zouden moeten zetten. Op basis van de begroting, maar tegelijkertijd ook daar voorbij. Want politiek is, ik zei het al eerder, meer dan boekhouden en een gemeente bestuur je niet met balansen. Er ligt de komende jaren werk genoeg. Dat belooft dus wat voor het debat, dat we voordat we het verlevendigen volgens mij eerst en vooral zouden moeten verdiepen.
Dank u wel.